24 januari 2018

Entre-nous

Gewillig op een rij, als zusters uit een groot gezin
leunen ze licht, niet op elkaar, maar op de wind.

De loten zijn vertrokken en de pruiken afgezet.
In holtes dragen ze hun vogels en het kreunen

van een blauwe nacht:

tenen, bloot, een mand, het wassen
van andermans onschuld.

Een kerkklok slaat de kale dag op zijn plaats.
Op de weg staan strepen.