het volk bouwde een groot fornuis
om te tonen hoe gul zijn warmte was
het smeedde vorken en messen
om te prikken in overtuigingen
en te snijden in onschuldig vlees
veel later bakte het een oerbrood
om te proeven van wortels en ooit
maar aan de lange tafels
smaakten volle borden leeg
op een dag haalde een jongen
in de tuin van zijn stamvader
kastanjes uit het vuur |
hij bracht er ieder een
onschuldig, eerlijk, warm
plantte hij de kracht
van moeder aarde
zo vond het volk zijn koning
en zijn glans terug
ieder jaar aten de kinderen kastanjekoek
en vertelden hun ouders dit verhaal |